De curator verkoopt…

Faillissementen worden uitgesproken op een dinsdag. In de middag heerst er altijd een lichte spanning in de lucht op kantoor. Het zoemt rond: zou er vandaag één vallen? Meestal tussen twee en drie uur springt er iemand achter zijn bureau op. In de mailbox een benoeming tot curator. Meer dan een naam, adres en -met geluk werkend- telefoonnummer heb je op dat moment niet, maar binnen een paar minuten weet heel kantoor het.  Collega’s komen meteen om de hoek kijken: “Wat is het?”, “Zit er wat in?” Lees verder “De curator verkoopt…”

Gratis curator?

De curator werkt op no cure no pay basis. Zit er niets in de boedel, dan krijg ik ook niet betaald. Ik sta weliswaar als eerste in de rij bij de afwikkeling, maar als er niets te verdelen valt, heb ik pech. Van oudsher is de redenering dat de curator het goede met het slechte moet nemen. Bij ‘vette’ faillissementen horen nu eenmaal ook soms lege boedels. Maar toch gaat de schoen ook ergens wringen wanneer er lege boedel op lege boedel jouw kant op komt. Persoonlijk vind ik het een sport om ook de ogenschijnlijk lege boedels uit te knijpen tot ‘iets’, maar het lukt niet altijd. Lees verder “Gratis curator?”

De schuwe curator

Curatoren zijn over het algemeen niet happig op het geven van te veel informatie aan derden. Het faillissement is het eindstation van de meeste ondernemingen en mensen fixeren zich vervolgens op de curator. Dat het faillissement niet aan de curator ligt daargelaten, na het faillissement is de curator de pispaal. De curator is een graaier, een aasgier, die voor eigen gewin de laatste centen er uit wringt (“mijn centen!”). Lees verder “De schuwe curator”

De curator als crimefighter

Het CBS onderzocht enige jaren geleden in hoeveel procent van faillissementen fraude voor komt. Dat was in een schrikbarend 30 % van de gevallen. Het onderzoek betrof bovendien alleen door curatoren geconstateerde (vermoedens van) fraude. Vermoedelijk zijn er ook gevallen waarin fraude niet is opgemerkt, waardoor het percentage nog verder stijgt. Lees verder “De curator als crimefighter”