Fraude, een grens overschreden?

Faillissement en fraude

Fraude is eigenlijk een fascinerend fenomeen, of dat nu in faillissement gebeurt of daarbuiten. De allerbeste fraudeurs kennen we immers niet. Die zijn in staat geweest om ‘the perfect crime‘ te plegen, hebben net onder de radar geopereerd, bedienden zich van de juiste stromannen (sukkels) of hebben chantabele slachtoffers gevonden.

In faillissement kom ik wellicht teleurstellend veel vormen van fraude tegen, maar veel gevallen hebben een ding gemeen, de betrokkene ontkent iets fout gedaan te hebben. Bijna niemand wil zichzelf in de spiegel kijken en denken: ‘jij bent een boef’, dus je verzint smoesjes, of om actueel te blijven ‘alternative facts‘, om het geweten te sussen:

  • ‘Ik zat even tekort en ik had toch echt loonsverhoging verdiend, maar kreeg ik niet van die gierige baas van mij’.
  • ‘Die klant mist het toch niet, dan hadden ze beter maar moeten opletten’.
  • ‘Ze hadden mij nooit die machtiging moeten geven’.

Je ziet hier een rode draad, namelijk het creëren van een andere boef, iemand die het verdient om opgelicht te worden.

Het heeft ook iets weg van een verslaving. Doordat de gelegenheid er is, wordt er steeds riskanter gedrag vertoond. Steeds grotere bedragen worden opgenomen, soms gewoon omdat het kan.

Recent was er de zaak van een horecaman, die er achter kwam dat hij het betalingssysteem van ABN AMRO te slim af kon zijn door betalingen te verrichten en vervolgens op de laatst mogelijke dag te storneren (voor de geïnteresseerden is hier de uitspraak). In een aantal jaar tijd had de beste man met ruim 75.000 van dergelijke transacties €11 miljoen (ja, je leest het goed) weten af te romen. Op het moment dat een betaling werd gestorneerd, was het overgeboekt bedrag al lang weg, maar door steeds weer transacties te doen, leek het er niet op dat er tekorten waren ontstaan. Had deze beste man het met minder gedaan, is het maar de vraag of deze fraude wel aan het licht was gekomen.

Enige weken geleden was het jaarcongres van Insolad, de specialistenvereniging van curatoren. Tot Insolad zijn ook een aantal bankmensen, academici op het gebied van faillissementsrecht en een aantal verdwaalde rechters toegelaten.

Een gemiddeld congres gaat als volgt. Rond de lunch verzamelen ergens op een congreslocatie in Nederland. Lezing van Professor A, die het niet kan laten om Professor B. af te zeiken en vervolgens een vermakelijk verhaal van een of meer topcuratoren over een smeuïg faillissement. Daarna eindigt de middag met een vragenrondje of panel, waarbij Professor B professor A terug pakt en een aantal curatoren weer aangeven dat wat de professoren zeggen allemaal leuk en aardig is, maar dat hun oplossingen in de praktijk niet werken. Maar waar zowel de professoren als de curatoren het meest van genieten, is als ze een bank op de hak kunnen nemen. Daarna begint het drinken en is iedereen weer vrienden…

Eens in de vijf jaar wordt voor de lustrumeditie uitgeweken naar het buitenland en wordt er groots uitgepakt. Dit maal was het congres in Keulen. Helaas waren er dat weekend 50.000 demonstranten in Keulen en heb ik niets van de stad gezien. Wel zat ons hotel vol met soms toch best ogelijke politiemensen, die waren opgetrommeld voor het feestje (de demonstratie dan, niet het congres).

Een van de sprekers was na Professor A en de topcuratoren Andy Fastow, ooit door een Amerikaans congreslid uitgemaakt als meer gehaat dan Osama bin Laden. In deze post crisis tijd is zijn naam niet meer zo bekend, maar hij was Chief Financial Officer van Enron, het bedrijf dat California in duisternis deed vallen om de aandelenkoers te beïnvloeden en in 2001 in vlammen opging.

Zijn lezing begon met een o zo Amerikaans excuses. Je moet aldaar vooral berouw tonen. Een beetje overbodig in een zaal met curatoren, want laten we wel wezen, wij zien wel aardig wat voorbij komen en bovendien is Enron inmiddels (heel) oud nieuws. Want wie kon toen bevroeden dat banken wardeloze hypotheekportefeuilles voor goud geld waardeerden en verhandelden?

Thema van de lezing was ‘rules versus principle‘. Het spel was bij Enron juist om financiële producten te ontwikkelen en de jaarrekening zo te manipuleren dat er net binnen de regels werd gehandeld, dus naar de regel van de Amerikaanse overheid werd gehandeld. Door steeds meer lucht te creëren om de aandelenkoers hoog te houden, kwam er een moment dat, alhoewel naar de mening van Fastow naar de regel werd gehandeld, als geheel het principe, ik noem het maar goed ondernemerschap, werd overschreden. Het was slechts een kwestie van tijd voordat de boel zou ontploffen. Fastow toonde ook de prijs van CFO van het jaar, die hij  gewonnen had een jaar voordat Enron implodeerde, en verhaalde dat hij voor precies dezelfde deals vervolgens is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar.

Of het berouw om zijn handelen bij Enron echt is, waag ik toch te betwijfelen. Het verhaal heeft een duidelijk parallel met de huis, tuin en keuken fraudeur. Er was een andere boef, namelijk de Amerikaanse overheid. De Amerikaanse regels voor de jaarrekening waren (en zijn) veel lakser dan in Europa en lieten veel meer ‘off balance’ financiering toe. Met andere woorden, je schulden blijken niet uit de jaarrekening, maar de baten wel. Hij zag zichzelf als een kunstenaar die nieuwe manieren van financiering ontwikkelde om de cijfers zo goed mogelijk voor de dag te laten komen. De overheid was niet meer dan een sta in de weg, die pas optrad toen het kwaad al geschied was.

Toen het einde van Enron kwam, deed hij een deal en kwam hij in ruil voor een getuigenis tegen andere bestuursleden weg met zes jaar voor twee relatief kleine vergrijpen, maar eigenlijk niet voor iets dat hij vindt dat hij fout heeft gedaan. Aan zijn tijd bij Enron heeft Fastow volgens Wikipedia 23,8 miljoen dollar verdiend en ook later weer verbeurd aan de Amerikaanse overheid. Uit zijn verhaal spreekt vooral dat overheden, ook in Europa, ook na de bankencrisis, achter de feiten aanlopen en de sukkels zijn die opgelicht zullen blijven worden.

In de politiek spreekt men al een tijdje graag over fraudebestrijding, maar er is nu echt niet meer mankracht om fraude te bestrijden dan enige jaren geleden. Met blockchain, big data, AI en fake news komen er legio nieuwe technologieën aan, waar wij curatoren, maar ook justitie, nauwelijks verstand van hebben. Daarom is het ook zo gevaarlijk om een curator in de spits te zetten als crimefighter. Er wordt nog steeds te weinig gedaan en wij constateren (als het lek boven komt) alleen achteraf, voorkomen doen we het niet. Meer dan een interessante nadronk in Keulen wordt het onderwerp zo ook niet.

 

© 2017 – 2018, MariaB. All rights reserved.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *