Toen de faillissementswet werd geschreven, was de postzegel een relatief nieuwe uitvinding. Een wereld met internet, cloud computing en online boekhouden maakt het speelveld voor de curator heel anders.
Enerzijds maakt het de curator het leven soms makkelijker. Bijna iedereen laat tegenwoordig een digitaal voetspoor achter. Het is soms ongelooflijk hoeveel informatie mensen op social media laten slingeren. Een mooi voorbeeld: de bestuurder die zei al jaren niet meer op vakantie te zijn geweest vanwege de barre financiële situatie. Op social media prijkte de bestuurder met gebruind bovenlijf op meerdere Zuid Europese locaties. Geen goed begin van de relatie met de curator kan ik u vertellen.
Het is ook relatief eenvoudig te controleren of websites en social media accounts recent veranderd zijn. Wat blijkt wel eens? De website is net voor faillissement verbouwd en een aantal activiteiten zijn verwijderd. Die activiteiten zouden altijd al in een apart bedrijf gezeten hebben. Dat die B.V. pas twee jaar geleden is opgericht, maar al wel vijf jaar een Twitter account heeft, geeft wel te denken…
Veel curatoren zijn echter nog steeds ingesteld op het papieren tijdperk. Er zijn collega’s die nog weinig idee hebben welke digitale mogelijkheden er zijn. En dat digitale wordt wel steeds meer een dingetje.
Neem de administratie van de gefailleerde. Vroeger werd de boekhouding volledig op papier bijgehouden om daarna door de accountant te worden opgewerkt. In het computer tijdperk kwam daar het boekhoudprogramma bij waar je de boekingen zelf in kon voeren, maar de gegevens wel op een fysieke computer of server op kantoor werden bewaard. En toen werd supersnelle gegevensuitwisseling via internet mogelijk…
Een jonge ondernemer van nu is gek als hij investeert in eigen dure servers of boekhoudprogramma’s. Voor weinig geld is er opslag in de cloud te huren en wordt een online boekhoudpakket aangeschaft. Accountants bieden hun klanten ook steeds vaker een rechtstreeks VPN portaal. De ingevoerde boekingen zijn real-time door de accountant te volgen en te corrigeren.
Het is een prachtig en efficiënt systeem totdat het faillissement wordt uitgesproken. Dan is het een race tegen de klok geworden om de administratie veilig te stellen. Want zodra de stekker er bij de provider uit gaat, is de administratie niet meer te raadplegen. Bovendien is het iedere keer de vraag wie de provider is, En daar heeft de faillissementswet vooralsnog geen remedie voor.
Wat te doen? Er is een nieuwe bedrijfstak ontstaan die voor de curator op datum faillissement digitale afdrukken kan maken van de online administratie. Maar dat is kostbaar en op dag 1 van een faillissement is niet altijd duidelijk of er voldoende geld gaat zijn om een dergelijke actie te betalen. Deze werkzaamheden zijn ook lang niet altijd nuttig of nodig als de curator zelf de administratie kan downloaden. Voor generieke online boekhoudprogramma’s is dit ook redelijk eenvoudig. Een maand extra abonnementsgeld kost relatief weinig en voor toegang hoef je je kantoor niet uit. Wel meteen de wachtwoorden veranderen voordat iemand enthousiast aan het wijzigen gaat…
Maar er zijn ook peperdure, soms branche eigen, programma’s die met geen mogelijkheid voor een paar tientjes weer online te krijgen zijn. Dan nog kan door vriendelijk vragen vaak veel worden bereikt. Veel partijen zijn in mijn ervaring bereid om gegevens te verstrekken als je uitlegt dat het faillissementsonderzoek ook hen als schuldeiser baat. Maar wat als dit wordt geweigerd of duizenden Euro’s wordt geëist voor inzage?
Dat is een goede vraag. Een aantal curatoren heeft in de afgelopen jaren bij de rechter administraties opgeëist met wisselend succes. Op dit moment is de rechtspraak hierover verdeeld. Wel zie je een lijn dat de curator een redelijke kostenvergoeding moet betalen voor de verkregen gegevens. Voor niets gaat de zon op. Dat zou wat mij betreft moeten neerkomen op een vergoeding die in lijn ligt met de te verrichten werkzaamheden. Een PDF met de administratie genereren is vaak een druk op de knop.
Wie moet die vergoeding dan betalen? En nu komt het slechte nieuws, dat is de verantwoordelijkheid van de bestuurder. Want wat zegt de faillissementswet wel? Dat de bestuurder op eerste verzoek van de curator de administratie moet afgeven. Dat die administratie niet meer toegankelijk is, is zijn probleem en zal hij moeten oplossen. En dat is even slikken voor de bestuurder. Maar ook worden bankafschriften steeds minder uitgedraaid, terwijl internetbankieren na faillissement vrijwel meteen wordt afgesloten. Dan kost het ook nog enkele euro’s per kopie afschrift, terwijl de curator drie jaargangen van de bank wil zien.
Het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht, op dit moment in de maak, heeft dit probleem onderkend en heeft hiervoor een praktische oplossing, namelijk een aanscherping van de informatieplicht van de bestuurder, waaronder een verplichting tot het verstrekken van wachtwoorden. Daarnaast creëert het wetsvoorstel een nieuwe plicht voor derden. Partijen die de administratie in het kader van hun beroep of bedrijf onder zich hebben, moeten deze desgevraagd aan de curator ter beschikking stellen. Het maakt volgens de wetgever daarbij niet uit of dat een accountant, softwareleverancier of cloudprovider betreft.
De verantwoording ligt echter nog steeds in de eerste plaats bij de bestuurder om de administratie en andere relevante informatie te verstrekken. Wat mij betreft een goede zaak en hoe eerder dit door de kamer is, hoe beter voor de waarheidsvinding. En ook niet bepaald controversieel zou je denken.
Het verbaasde mij dan ook een beetje om op 12 april jl. in het Financieel Dagblad te lezen dat iemand het hier helemaal niet mee eens is. In het artikel: ‘Nieuwe bevoegdheden curator: de bestuurder is de klos‘ wordt door mr. Vermeijden, advocate te Den Haag, geschetst hoe de bestuurder door dit wetsvoorstel, tezamen met het recent ingevoerde bestuursverbod, ‘het speelbal van de curator’ dreigt te worden. Ik heb al eerder besproken dat naar mijn idee het bestuursverbod een papieren tijger is, maar dat de bestuurder met de aanscherping van de informatieplicht er op achteruit gaat, lijkt mij niet. De Hoge Raad heeft reeds lang uitgemaakt dat de bestuurder gevraagd en ongevraagd alle informatie dient te verstrekken die relevant kan zijn voor de afwikkeling van het faillissement en het is al in de wet vastgelegd dat hij de administratie aan de curator moet overhandigen.
In geval de bestuurder werkelijk niet de middelen heeft, niet meewerkt of verdwenen is, kan de curator nu een vuist maken naar derden om die informatie via een andere weg te verkrijgen. Doordat er een wettelijke basis is om de gegevens op te vragen verwacht ik ook dat de verkrijging van gegevens van derden aanzienlijk makkelijker wordt, waarmee de bestuurder juist eerder ‘off the hook‘ is.
Mijn wederhelft, (gelukkig) geen jurist, heeft het inmiddels regelmatig over Lifi, draadloos internet via ledverlichting. Groot kans dus dat de wetgeving al meteen achterloopt, want binnenkort moeten we niet de accountant of softwareleverancier hebben, maar het energiebedrijf, om letterlijk het licht aan te laten.
© 2016 – 2018, MariaB. All rights reserved.