Lege boedels: Mag het ook iets minder?

Het aantal faillissementen neemt na corona toe. Tenminste, daar koppen de kranten mee. Kijken we naar de faillissementen die nu uitgesproken worden, dan is het beeld echter dat dit met name komt omdat een aantal grote spelers weer actief zijn geworden. En er zijn vooralsnog ook veel lege boedels.

De belastingdienst is een bekende. Corona uitstel is voorbij. Betalen zul je…

Maar met stip op nummer 1 staan al sinds vorig jaar de bedrijfstakpensioenfondsen. Worden de verplichte pensioenpremies niet afgedragen, dan geldt een ‘zero tolerance’ beleid. Al snel rolt een dagvaarding en vervolgens een faillissementsaanvraag door de bus van de wanbetaler. Door de opzet van de pensioenfondsen, betaal je de premie niet aan één partij, maar aan twee of soms drie fondsen en daardoor heeft het pensioenfonds een ingebakken steunvordering (de tweede vordering die je nodig hebt om het faillissement aan te vragen). Dit leidt tot vele, vaak lege, faillissementen waarmee de overheid, rechters en curatoren worden belast.

Mei vorig jaar zat een ondernemer voor mij als curator. Hij was failliet verklaard op een vordering van het pensioenfonds van welgeteld € 3.673,93 inclusief rente en kosten . Deze man had een buitenlandse achtergrond en sprak gebrekkig Nederlands. Hij had de oproep voor de faillissementszitting gemist. Hij had echter niet helemaal zijn kop in het zand gestoken en had al contact opgenomen met het pensioenfonds omdat de vordering volgens hem niet klopte. Dat werd uitgezocht. Bij het pensioenfonds had echter niemand de rem op de advocaat gezet. Die ging vol door en dus zat hij in zak en as tegenover mij.

Ik hoor de vooroordelen op de achtergrond al zoemen. Dat iedereen de wet moet kennen, de taal moet leren en dat deze ondernemer in het bijzonder de boel beter had moeten regelen. Maar als het toeslagenschandaal ons iets heeft moeten leren is het wel dat sommige mensen in onze maatschappij niet weerbaar zijn. Dat mensen ergens talent voor kunnen hebben, maar niet per se heel goed zijn met brieven lezen of om zich op precies het juiste moment bij het juiste loket melden. Dat er geen uitzichtloze schuldensituatie zou mogen ontstaan door bureaucratie op een niveau dat onbegrijpelijk is voor gewone mensen.

Neem daarbij ook dat je in Nederland eigenlijk ridicuul makkelijk failliet kunt worden verklaard. Op het moment dat je de zitting mist, wordt een aanvraag nauwelijks getoetst en dan begint het feest.

We praten al jaren over de ‘lege boedel problematiek’, oftewel faillissementen waar niets in zit behalve werk van de curator en de rechtbank. Het bedrag waarvoor sommige faillissementen worden aangevraagd weegt hier niet tegenop. En dat geldt al helemaal voor de vordering in mijn voorbeeld.

Wat als we een (piep)kleine wijziging aanbrengen in de faillissementswet?

Voor vorderingen met een hoofdsom onder de € 15.000 kan geen faillissement meer worden aangevraagd. De regeling voor de steunvordering kan onveranderd blijven: die moet er ook zijn. Een simpele oplossing met een onmiddellijk effect. Ik ben dan sowieso al een deel van mijn dossierkast kwijt en met mij veel andere curatoren en rechters-commissaris. Politiek is er, denk ik tenminste, weinig tegenin te brengen, want het bespaart die schaarse rechters.

En is deze wijziging op zich nog te radicaal, leg dan aan de aanvrager een bijdrage in de faillissementskosten op als de aanvraag onder dit bedrag ligt. Wil men principieel iemand failliet hebben, draag dan bij in de kosten. Ook dat lost de lege boedel problematiek deels op.

Je kunt er ook wat van vinden dat organisaties, die een wettelijke taak uitvoeren, de maatschappij met de kosten van kansloze faillissementen opzadelen. Het instellen van een ondergrens tempert in ieder geval een deel van de scherpe kanten van dit beleid. Er zullen altijd sukkels rondwandelen die niet naar de post kijken -helaas-, maar laten we in ieder geval er voor zorgen dat onze tijd (inclusief de rechtspraak) niet wordt verspild met bij voorbaat lege faillissementen. Ook een totaal leeg faillissement kost minstens 20 tot 30 uur om af te wikkelen.

Deze maatregel legt ook meteen een onsmakelijke incassopraktijk aan banden, waarbij meteen naar een faillissementsverzoek wordt gegrepen als drukmiddel om betaling te verkrijgen. Voor de kleine vorderingen is dit dan niet meer mogelijk en zal via de civiele rechter moeten worden geprocedeerd. Daar is veel meer ruimte om verweer te voeren en te onderhandelen over een regeling. In faillissement sta je met je rug compleet tegen de muur.

Hoe liep het met ‘mijn’ failliet af? Hij ging naar een advocaat en tekende verzet aan tegen het faillissement. Hij bleek inderdaad een terechte klacht te hebben tegen de premievordering, maar desondanks moest hij de kosten van het faillissement betalen voordat het faillissement kon worden opgeheven (rug en muur…). De advocaat van het pensioenfonds eiste € 6.200 inclusief kosten en de curator kostte € 2.000. De oorspronkelijke vordering bedroeg na correctie niet meer dan € 2.500, maar het kostte deze man en zijn familie ruim € 8.000 om het faillissement ongedaan te maken. En gedurende drie weken was deze man ook daadwerkelijk failliet geweest. Zijn bankrekening was geblokkeerd, hij kon zijn huur niet betalen en raakte juist in de schulden.

En als het verzet niet was gelukt? Dan was dit weer een lege boedel geweest om aan de kast toe te voegen. De onderneming stelde zonder de man zelf niets voor en hij was inmiddels arbeidsongeschikt geworden.

Zullen we dus wat positiefs doen om het aantal lege boedels te verminderen? Wijzig de faillissementswet!

De failliete bestuurder: mazen in de wet

De nadruk ligt de laatste jaren bij de wetgever op de fraudebestrijdende taak van de curator. De curator moet fraude signaleren, en daarna het liefst een bestuursverbod vragen. Dat zou er voor moeten zorgen dat een malafide bestuurder geen schade meer kan aanrichten door het misbruiken van (lege) vennootschappen.

Lees verder “De failliete bestuurder: mazen in de wet”

De curator en de coronacrisis

Het zal niemand zijn ontgaan dat we sinds half maart in lockdown zitten. Er zou nu volgens diverse media zelfs een ’tsunami’ aan faillissementen verwacht worden. Een tsunami klinkt ook lekker dramatisch, alsof we ons het drama van de coronacrisis nog niet bewust zijn. En we hebben een nieuw type faillissement er bij: het ‘coronafaillissement’.

Lees verder “De curator en de coronacrisis”

Post pre-pack: dazed and confused

Vorig jaar wees het Europese Hof het Estro arrest waarmee  bepaald werd dat bij een doorstart dat volgt op een  pre-pack procedure (in de pers veelal aangeduid als “flitsfaillissement”) sprake is van overgang van onderneming. Daarmee gaan alle werknemers automatisch over naar de doorstartende partij. Eerder besprak ik het Estro arrest in deze blog. Lees verder “Post pre-pack: dazed and confused”

De AVG, wat moet de curator er mee?

Je zult onder een steen geleefd moeten hebben als je de afgelopen maanden niets hebt gehoord over de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de nieuwe Europese privacy wetgeving die vanaf 25 mei van kracht is geworden. Waren het niet de e-mails van partijen die er een slaatje uit probeerden te slaan, dan waren het wel de vernieuwde privacyverklaringen van partijen waar ik werkelijk al jaren niets meer van heb gehoord.

Het uur U is inmiddels aangebroken. De AVG is van kracht en (helaas of niet) ook van toepassing op curatoren. De curator heeft er met het uitspreken van het faillissement een mooie titel bij: “Verwerkingsverantwoordelijke”.  Lees verder “De AVG, wat moet de curator er mee?”

De failliet, de curator en de vijf rouwstadia

Faillissementen van natuurlijke personen, oftewel mensen, zijn een beetje het ondergeschoven kindje van de faillissementswereld. Bij invoering van de wettelijke schuldsanering (WSNP) in 1998 was de utopische gedachte dat mensen in principe niet meer failliet zouden gaan maar voor de WSNP zouden kiezen. De tendens van de afgelopen jaren is echter dat de toelating tot WSNP steeds strenger wordt getoetst. Je komt er niet ‘zomaar’ meer in. Lees verder “De failliet, de curator en de vijf rouwstadia”

Van jackpot tot faillissement

Pokemon Go, een fenomeen anno 2016. Maar inmiddels lijkt de hype alweer redelijk voorbij, behalve gek genoeg bij oudere mensen. Niemand weet beter dan de spelletjes industrie dat je om te overleven al je volgende hit klaar moet hebben voor de vorige hype voorbij is.

Sommige faillissementen worden eenvoudigweg veroorzaakt door uitputting. Niet alleen van de ondernemer, maar ook van het product. Je kunt het ene moment goud in handen hebben en het volgende moment ontwikkelt een Apple een i en is je product zo dood als een pier (sorry Nokia). Juist bij bedrijven met innovatieve producten ligt gevaar op de loer. Je concurrenten zijn net zo hard op zoek naar het nieuwe ei van Columbus en passeren je al snel met verbeteringen van je eigen ideeën. Lees verder “Van jackpot tot faillissement”

I heard it through the grapevine

Het lijkt een inkopper, maar zonder informatie kan een curator een faillissement niet afwikkelen. De failliet is daarom wettelijk verplicht om informatie aan de curator te verschaffen. Artikel 105 van de Faillissementswet bepaalt van oudsher dat de failliet ‘zo dikwijls dient te verschijnen‘ om informatie te verschaffen als de curator en rechter-commissaris nodig achten. Dit geldt niet alleen voor privé personen, maar ook voor bestuurders van rechtspersonen. Lees verder “I heard it through the grapevine”

Death of a pre-pack

We waren al bijna in zomerslaap gesukkeld toen het Europese hof van Justitie ruim twee weken geleden een bom liet ontploffen onder de Nederlandse faillissementspraktijk. De pre-pack, of in de pers “flitsfaillissement”, waarbij een doorstart vóór faillissement wordt voorbereid, dat meteen na faillissement wordt uitgevoerd, blijkt namelijk in strijd met het Europees recht.

Lees verder “Death of a pre-pack”